
Verwering . . . Tijdens de verbouw van mijn huis kwamen oude lagen behang tevoorschijn. De verweerde en afgescheurde papieren vormen een mooie onderlaag dat uitnodigde om te bewerken. De met kruissteek geborduurde florale vormen zijn ontleend aan merklap motieven of oude borduurpatronen. Er is met restanten linnen, katoenen en/of wollen garens gewerkt.



Veroudering . . . Uit nalatenschap werden boekjes met borduurpatronen verkregen. De ingekleurde ontwerpen zijn doorgaans bedoeld om in kruissteek te borduren. In plaats van het gebruik van aftelbare stof, wordt een digitaal bewerkte afbeelding op papier afgedrukt. Omdat ‘het zo hoorde’ is met wollen garens of katoen mouliné geborduurd.



Hergebruiken . . . Een te groot onaf geschilderd aquarel werd in delen gescheurd. Hierdoor ontstonden drie vernieuwde composities. Met vooroorlogse zijde garens en/of katoenen splijtgarens kwamen geborduurde bloemstillevens tot bloei.




Verknippen . . . Uit het ene kant-gehaakte kleedje werden verschillende bloemmotieven geknipt. Deze zijn bewerkt met textielkrijt en tot kleine boeketjes samengesteld. De bloemen rusten op een bedje van -een met roest bewerkt- gehaakt kleedje, in een aardewerk dubbelvaasje.

Verknopen . . . Versleten antieke kleedjes dienen als ondergrond voor een serie knopenkettingen. De knopen zijn een verzameling van verschillende materialen, zoals hoorn, been, parelmoer, porselein, kunststof (zgn. wasknopen). De naar materiaal gerangschikte knopen zijn geregen aan zijdelint of garens van katoen en linnen. De losse onderdelen vormen met een kinderpaspop een geheel als installatie.


Opwerken . . . In op het erf gevonden nesten zijn vogelkaarten verzameld, op een bed van verknipt oud borduurwerk. De met katoen splijtgaren, in kruissteek geborduurde kaarten, zijn digitaal bewerkte prints van een oud telpatroon van enkele vogels.


Transformeren . . . Een geborduurde lap met afbeeldingen van klederdrachten, een ontwerp uit het begin van de zeventiger jaren, was inzet tot transformatie. De keurig in kruissteek verwerkte plaatjes zijn uitgesneden en op een ondergrond van digitaal bewerkte atlaskaarten bevestigd. Per relevante provincie is de betreffende streekdracht gerangschikt naar de plaats van het oorspronkelijk dragen ervan. Typerende informatie over de klederdrachten is machinaal geborduurd op de achterkant van de leporello. De omslag en bladen worden gedragen door het gebruik van oud atlaspapier.

Verzamelen en bewaren . . . Een collectie kinderkleding, gemaakt in begin negentiger jaren, is bewaard gebleven en komt af en toe ‘uit de oude doos’. Bij het ontwerpen werd de inspiratie gehaald uit vormen en motieven van klederdrachten. Ook werden de daaraan ontleende textiele technieken toegepast, zoals in de breisels. De drift om te verzamelen werd gebruikt in het ontwikkelen van dessins en omgezet in min of meer functionele kledingonderdelen.

Verduurzamen . . . In dit studie object werd gebruik gemaakt van verzamelde kartonnen dozen. Deze zijn verknipt en versneden, vervolgens gescheurd en geverfd. En handmatig of machinaal aan elkaar genaaid, waardoor een flexibele vorm ontstond.


Stippen . . . Uit interesse voor het oude ambacht werd de vakopleiding Staphorster Stipwerk gevolgd. In het te vervaardigen werk wordt inspiratie gehaald uit de authentieke motieven en kleuren. In deze codes is een serie sjaals bedrukt. Het stipwerk is uitgevoerd op wollen mousseline en chiffon zijde.[1]

[1] De sjaals zijn te koop @ Etsy.com/AttsStuff